Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook wierpen wij de loten, onder de priesters, de Levieten en het volk, over het offer van het hout, dat men brengen zou ten huize onzes Gods, naar het [20]huis onzer vaderen, op bestemde tijden, jaar op jaar, om te branden op het altaar des HEEREN, onzes Gods, gelijk het in de wet geschreven is; 20. Dat is, naar de geslachten en huisgezinnen, om te weten hoeveel hout een ieder zou hebben te leveren tot den brand der offeranden.